vrijdag 26 september 2014

Minister verruimt werkterrein corporaties

Het is alweer enkele weken geleden dat minister Blok met een interessante aanvulling op zijn ‘proeve van AMvB Herzieningswet’ kwam. Hoewel die aanvulling corporaties interessante nieuwe mogelijkheden biedt hoor ik tot op heden weinig positieve reacties op de aangekondigde wijzigingen.

Met name de laatste alinea uit de toelichting bij de voorgestelde wijzigingen is opvallend:

Voor de financiering van de aankoop van de woning kunnen huurders/aspirant kopers terecht bij de reguliere op de markt acterende hypotheekpartijen, waarbij de Nationale Hypotheekgarantie een veilige bescherming biedt tegen een aantal risico’s. Als hun inkomen niet voldoende is om de volledige aanschafwaarde te kunnen financieren op de markt, kunnen aanvullend hierop, binnen de kaders van de regels voor vervreemding, mogelijkheden zoals de starters(rente)lening en andere verkoopproducten worden ingezet. Ook kunnen toegelaten instellingen, in het geval dat volledige marktfinanciering niet verkregen kan worden, een vordering houden op de aangekochte woning. Met deze financieringsmogelijkheden wordt tevens voorkomen dat huishoudens uit de doelgroep die hun huurwoning kopen, te grote risico’s lopen.

De aanvulling biedt corporaties daarmee ruimte om coöperaties te faciliteren, onder andere door – onder voorwaarden – deels als financier op te treden. Als die mogelijkheid er komt wordt de kans op het succesvol van de grond komen van coöperatieven aanzienlijk vergroot. Belangrijke randvoorwaarde is wel dat de lening die de corporatie (impliciet) verstrekt een achtergesteld karakter krijgt om overige financiers te kunnen verleiden om de rest van de investering af te dekken.

Als coöperatie en corporatie goede afspraken kunnen maken over de overnameprijs en –condities lijkt een win-win situatie in veel gevallen mogelijk. De corporatie kan middelen liquide maken die anders vast blijven zitten in de stenen, terwijl woningen behouden blijven voor de doelgroep. Bewoners krijgen meer zeggenschap over hun woningen en bovendien de mogelijkheid om, onder andere door zelfwerkzaamheid, de ontwikkeling van de woonlasten te beteugelen.